Onlangs besprak ik het prachtige nieuwe Beatlesboek John & Paul: a love story in songs van Ian Leslie. Een boek dat opvalt tussen de vele andere publicaties over The Beatles, door een fris perspectief op het overbekende verhaal. Dat deed me ineens denken aan dat andere originele boek over The Beatles, dat een paar jaar geleden verscheen: One Two Three Four: The Beatles in time van Craig Brown. Als je alvast wat lekker leesvoer bij elkaar aan het sprokkelen bent voor je zomervakantie, dan is deze publicatie er beslist eentje om alvast op je boekenstapeltje te leggen. Waarom? Dat vertel ik je graag in de column van deze week.
Andere aanpak
In One Two Three Four: The Beatles in time kiest de Britse auteur en journalist Craig Brown een andere aanpak om het verhaal te vertellen. In 150 korte hoofdstukken beschrijft hij losstaande scènes uit het Beatlesverhaal. Zo'n scène richt zich op één gebeurtenis, anekdote, ontmoeting of bijzonder feitje. Daarvoor put Brown niet uit de geijkte Beatlesbronnen, maar baant hij zich een weg door zijn eigen boekencollectie. Als journalist recenseerde hij vele (auto)biografieën voor Engelse kranten als The Daily Mail en The Mail On Sunday. Boeken waarin bekende figuren uit de wereld van muziek, radio en televisie, politiek en sport vertelden over hun eigen levens. Vaak zaten daar ook één of meer ontmoetingen met The Beatles in. Wie zich in het Londen van de jaren 60 in bepaalde kringen begaf, kon natuurlijk zomaar een John Lennon of George Harrison tegenkomen. Zat je niet op een cocktailparty naast Paul McCartney, dan dronk je wel een biertje met Ringo Starr, na één of andere filmpremière.
George en Princess Margaret
Het zijn juist die verhalen, die Craig Brown grotendeels gebruikt om ons een (deels) nieuwe blik aan te reiken op The Beatles en hun tijdgenoten. Daarmee isoleert hij het Beatlesverhaal niet, maar plaatst hij het in een ruimer perspectief. Want de jaren 60 waren méér dan The Beatles, maar tegelijkertijd werden de levens van ontzettend veel mensen (beroemd of niet beroemd) beïnvloed door de aanwezigheid van de band. Zo moest de Britse Princess Margaret even wennen dat het bij de première van de film Help! niet om haar draaide, om dat koningshuis dat op bijeenkomsten en feestjes altijd centraal stond, maar om die vier jongens uit Liverpool. Verfrissend was het ook wel voor haar, dat George Harrison de regels der etiquette aan zijn laars lapte. Zo mag er officieel nog niet gedineerd worden, bij gelegenheden waar de koninklijke familie aanwezig is. Maar wat doe je als je écht trek hebt? Juist, dan ga je daarover in overleg. Zo stapte een hongerige George Harrison op Princess Margaret af. Vrij vertaald: "Ik weet dat we nog niet mogen eten zolang u aanwezig bent, maar ik heb trek, dus wat doen we daaraan?" Het antwoord van de prinses was praktisch: "Ik was net van plan om weg te gaan, dus je kunt zo je gang gaan."
De invloed van de familie Asher
Het is één van de geweldige anekdotes uit het boek van Craig Brown, waarin hij je als lezer heel gedetailleerd getuige laat zijn van wat er mét en rond The Beatles gebeurde in de jaren '60. Daarbij reikt hij ook mooie perspectieven aan. Bijvoorbeeld op hoe verschillend de levens van Lennon en McCartney werden, na die eerste grote doorbraak. Doordat Paul zijn intrek nam bij het gezin van zijn vriendin Jane Asher, werd hij onderdeel van een warm, gezellig, artistiek en intellectueel huishouden. Aan 57 Wimpole Street in Londen was altijd iets nieuws te ontdekken, in de vele gesprekken die Paul voerde met Jane, haar ouders en twee broers. Het stimuleerde Paul om de stad in te gaan, nieuwe films en toneelstukken te zien, boeken te kopen. Tegelijkertijd trok John zich met zijn familie terug, op het platteland, in een gigantisch huis, waar hij ten prooi viel aan lethargie, drugs en depressies. Het is mooi hoe Brown die twee werelden naast elkaar zet.
![]() |
Jane en Paul |
Childhood homes
Los van die terugblik op de Beatlesjaren beschouwt Craig Brown ook de manier waarop we vandaag de dag omgaan met de Beatles-legacy. Daarin deelt hij, op hilarische wijze, zijn ervaringen in Liverpool. Zo bezoekt Brown er de zogeheten Childhood Homes van John Lennon en Paul McCartney. Een excursie die hem lang bij zal blijven, omdat hij in een discussie belandt met één van de gidsen. Bezoekers mogen er niet fotograferen en filmen. Aan die afspraak houdt Brown zich, al maakt hij wel stiekem audio-opnames met zijn smartphone. Maar als hij pen en papier pakt, om wat aantekeningen te maken, grijpt de gids in: zoiets is ook verboden in de huizen waarvan The National Trust nu beheerder is. Het verbaast Brown. Waarom mag hij geen aantekeningen maken tijdens een rondleiding waarvoor hij netjes betaald heeft? Ik zou zeggen: lees de passage in het boek en smul van de scène die ontstaat.
Het corona-effect
Even was Craig Brown bang dat zijn boek zou floppen: het verscheen precies in de week waarin Engeland (en de rest van de wereld) in lockdown ging, vanwege de uitbraak van het coronavirus. Maar het tegenovergestelde gebeurde. Het publiek omarmde zijn boek: er was meer tijd om te lezen. Ook stonden zijn lezers, in een onzekere en grimmige tijd, helemaal open voor de vrolijke en nostalgische verhalen die teruggrepen op die wonderlijke sixties, een tijd waarin alles mogelijk leek. Zo hoorde ik het de auteur vertellen in een mooi interview dat Wibo en Michiel van Fab4Cast een tijdje geleden met hem hadden. Luister dat gesprek terug én zorg dat je een exemplaar van het boek bemachtigt. Je krijgt er geen spijt van.